Hans Jordans
In Verhalen uit Bergen op Zoom
144
Vettewarijen: winkels die oliën, vetten en kaarsen en dergelijke verkochten. Dit soort winkels bestond veelal uit een combinatie met kruidenierswaren.
Kramerijen: de verkoop van allerlei klein huishoudelijke materialen, voornamelijk uit metaal. Dat varieerde van een haarspeld tot schroefje en dergelijken.
Pelterijen: winkels die handelden en materiaal verwerkten in bont.
Schalotten: Dit is nog een echt middeleeuws woord. Deze producten waren houten zolen met een leren kap erover heen. De oude, middeleeuwse slipper dus.
Toevouwbaar rijwiel: de naam spreekt op zich wel voor zichzelf, maar het is uiteindelijk een vouwfiets geworden.
Encadrementen: dit woord komt uit het Frans en verwijst naar de winkels, die prenten en schilderijen inlijstten.
Calorifères: de ouderwetse kolom-kolenkachel. Deze kachel was een grote ronde gietijzeren-cylinder op pootjes, waarin de brandstof werd verbrand. Dat kon hout of turf zijn. Was de brandstof op, dan koelde hij al erg snel af, maar tijdens het branden werd de kolom gloeiend heet... vandaar dat er bij veel modellen een hekje omheen was gebouwd om je te beveiligen tegen verbranding.
Windhaarbedden: bedden waarmee geadverteerd werd dat zij niet stoften en slonken.
Boxmeers weekblad, 1908-09-19; 3
Wat dacht u van: gevraagd…een zindelijk dienstmeisje?
Sajet: werd gebruikt als (brei) garens en dergelijken. Deze vlijtige huisvrouw was een eigen merk van
Albada Jelgersma in de Kremerstraat te Bergen op Zoom.
Diaphanies: wij zouden zeggen calceerpapier, maar dat dekt niet helemaal de lading. Het was glasachtig, transparant papier waarop patronen konden worden overgetrokken. Er kon ook op geschilderd
en getekend worden en werd dan als vensterversiering gebruikt.
Klepperpaard: de naam zegt het in principe al een paard dat werd gebruikt aan de zondagse koets, die op die dagen door de straat klepperden, Dit waren geen Vlaamsche trekpaarden, maar meer de fijn besnaarde uitvoering ervan.
Kretje: een typisch Bergs woord… is een handkar op wielen. Dit soort karren werden door de hoveniers, melkmeisjes en leurders veelvuldig gebruikt bij het uitventen van hun waren.
Bovenmeid: een dienstmeisje voor het huishouden boven de winkel. Voor personeel werden toch wel verschillende termen gebruikt, zoals: loopjongen of loopknecht, dagmeisje, fietsjongen, werkmeid of dienstmeid. De activiteit kunt u zelf wel invullen.
JSW CRM