Begin 20e eeuw stond deze straat in het teken van twee bierbrouwerijen, maar die werden al in 1903 beide verkocht en gesloopt. Wel bleven er enkele bottelarijen. Er waren ook een slijterij en een wijnhandel.
Hier ligt ook de bakermat van Van Vliet. ( zie interviews onder witgoed).
Het grootste gebouw was het Provoosthuis, maar dat werd in een later stadium het begin van een haardenfabriek en nog later een onderkomen van de automatenproductie van Vale en jachtbouwer Helstede. Deze beide fabriekjes, eigendom van J F Vale, gebruikten later de gebouwen van de Schelde Haardenfabriek aan de Hooghuisstraat en de Fluwelenbroekstraat.
In deze straat ook de ontwikkeling van de Zuider Glas en Verhandel en café de Zélande (later o.a. Oosterwaal) was voor de dorstigen dé plek. Uiteraard hier ook de nodige bakkers, slagers en rookartikelen.
Een speciaalzaak in beddenmateriaal van Groenendaal (interview) en bijna op de hoek met de Lievevrouwestraat zat Arie Willigers met zijn fietsen.
De straat wordt momenteel gezien als de laad- en losplek voor het theater de Maagd.